Wordt 2026 een feestje voor box-3-beleggers? Dit zijn de belangrijkste veranderingen

De Tweede Kamer heeft eind november 2025 het pakket Belastingplan 2026 aangenomen. Met daarin een paar fiscale verschuivingen die voor vermogende particulieren, vastgoedbeleggers en DGA's grote strategische impact kunnen hebben. De Eerste Kamer moet nog instemmen, maar mag inhoudelijk niets meer aanpassen. Wat zijn de grootste veranderingen ten opzichte van het oorspronkelijke plan? Het lijkt er in ieder geval op dat 2026 voor veel beleggers een stuk vriendelijker uitpakt dan op Prinsjesdag werd aangekondigd. We nemen je mee in de twee grootste wijzigingen voor beleggers.

Wordt 2026 een feestje voor box 3 beleggers

In deze blog lees je:

 

 


1. Geen verzwaring in box 3, maar juist wat lucht

Het kabinet wilde het forfaitaire rendement voor overige bezittingen (waaronder verhuurd vastgoed) in 2026 verhogen naar 7,78%. Dat voorstel gaat volledig van tafel. 

  • Het forfaitaire rendement blijft in 2026 gewoon 6%
  • Het heffingsvrije vermogen blijft op € 59.357 per persoon

 

Waarom is dit relevanter dan het op het eerste gezicht lijkt?


1. Het verschil tussen 6% en 7,78% werkt als hefboom-effect
Voor beleggers met substantiële vastgoed- of effectenposities kan een afwijking van bijna 2 procentpunt in het forfaitaire rendement een enorme impact hebben op de netto cashflow. Met name in portefeuilles met lage LTV’s (en dus hogere box-3-exposure).
 

2. De rekenmethodiek blijft onaangeroerd
Dat betekent dat eventuele toekomstige wijzigingen waarschijnlijk onderdeel worden van de nieuwe box-3-wetgeving (beoogd voor 2027 of later), en niet halsoverkop in 2026 worden ingevoegd. Dat geeft een jaar extra stabiliteit, wat schaars is in het huidige fiscale klimaat.
 

3. De maatregel werkt de liquiditeitspositie van beleggers direct in de hand
Je vaste lasten per 1 januari 2026 vallen lager uit dan wat tot dit najaar in alle berekeningen meeging. Dat creëert manoeuvreerruimte.


Voor wie is dit vooral interessant?

  • Beleggers met middelgrote tot grote portefeuilles die substantiële box-3-waarden aanhouden
  • DGA’s die privé vastgoed aanhouden en opereren met mix-financiering van box 1, box 2 en box 3
  • Investeerders die nu snel willen groeien en gebaat zijn bij lagere belastingdruk
     

Voor deze groep voelt 2026 inderdaad als een feestje, maar het is vooral ook een rustmoment in een volatiel stelsel.
 


2. Versnelde afbouw van de Hillen-aftrek


De fiscale ruimte moet ergens gecompenseerd worden. Dat gebeurt via de versnelling van de afbouw van de Hillen-aftrek. 

  • Afbouw gaat van 3,33% per jaar naar 4,8%
  • De aftrek verdwijnt in 2041 in plaats van 2048


Wat houdt de Hillen-aftrek in?
Voor wie (bijna) geen hypotheekrenteaftrek meer heeft, compenseert de Hillen-aftrek het eigenwoningforfait. Zonder deze regeling zou een grotendeels afgeloste woning een fiscale last vormen zonder aftrekpost ertegenover.
 

Wat betekent de versnelde afbouw in de praktijk?
Heb je weinig of geen hypotheekrenteaftrek? Dan wordt het eigenwoningforfait de komende jaren minder gecompenseerd. 

Voor beleggers met vastgoed in box 3 heeft dit vrijwel geen directe impact:

  • Beleggingsvastgoed valt niet onder de eigenwoningregeling
  • De Hillen-aftrek speelt uitsluitend bij de eigen woning
     

Maar voor veel vermogende particulieren in privé speelt dit wel degelijk:

  • In 2026 blijft 71,82% van de aftrek over
  • Dat percentage daalt jaarlijks totdat de aftrek verdwijnt
  • De netto kosten van het eigenwoningforfait stijgen dus structureel
     

Waarom is dit wél belangrijk om als belegger te monitoren?

Omdat private cashflow steeds vaker onderdeel wordt van de totale financieringsstrategie. Met name wanneer:

  • de eigen woning (geheel of grotendeels) is afgelost
  • je zakelijk vermogen groeit maar privé liquiditeit beperkt is
  • of wanneer je op latere leeftijd rekent op een combinatie van inkomsten uit box 1 en box 3
     

De maatregel is geen gamechanger, maar wel een factor die cumulatief gaat doorwerken in je persoonlijk financiële planning.


Kortom: De overheid geeft box-3-beleggers lucht en vooral meer strategische speelruimte. Woningbezitters met een (bijna) afgeloste hypotheek leveren in kleine stapjes wat aftrek in. De druk in box 1 wordt daarmee ieder jaar een beetje hoger.


 


Ruimte voor beleggers om de portefeuille strategisch te herstructureren

Met name interessant zijn:

  • Herfinancieringen bij een stabieler fiscaal kader
  • Uitbreiden van je portefeuille zonder dat box 3 zwaarder wordt belast
  • Herwaarderingsstrategieën richting 2027, wanneer nieuwe box-3-wetgeving wordt verwacht
  • Optimalisatie tussen box 1, 2 en 3, met name bij DGA-structuren
  • Liquiditeitsplanning, nu de private woonlasten op lange termijn stijgen
     

Voor investeerders die vooruit durven denken, biedt dit meer kansen dan risico’s. Precies daarin denken we graag met je mee.

 

Meer weten?

Bij Bufr geloven we niet in standaardadviezen, maar in gesprekken. Met een sparringpartner die je beleggingsstrategie begrijpt, met je meedenkt en samen met jou zoekt naar de best passende investering. Wil je jouw strategie bespreken?
 

Henri helpt je graag,
bel je Bufr

0513 644 466
Henri Belt